Categorie archief: Gedrag

De luxe van bewust reageren

Basisgedrag
Het stimulus-respons model is bekend bij velen. Door iets wat in je omgeving gebeurt, vertoon jij bepaald gedrag. Bijvoorbeeld als iemand ‘hallo’ tegen je zegt, kijk je die persoon aan en zeg je waarschijnlijk iets terug en wanneer je hard je hoofd stoot, uit je een kreet van pijn. Ook in marketing en verkoop wordt dit model vaak gebruikt. Als iets 2,99 euro kost, kopen mensen het eerder dan wanneer het 3,00 euro kost en woorden als ‘opruiming’, ‘sale’ en ‘korting’ hebben ook sterke invloed op hoe wij reageren.

Dit zijn eenvoudige en onschuldige voorbeelden waarbij de respons onbewust reageert op de gebeurtenis (de stimulus). Echter, ook bij grotere of minder onschuldige gebeurtenissen gaat dit model op. Je kind heeft leuk gespeeld buiten en komt enthousiast thuis en maakt moddervlekken op de vloer. Jij reageert boos. Of iemand vergeet een afspraak en jij voelt je teleurgesteld en gekwetst. Op je werk heb je het al zo druk en toch accepteer je die extra klus (omdat je het zo leuk vind, omdat je geen ‘nee’ durft te zeggen, omdat het erbij hoort, omdat … etc.).

Eigenlijk is onze respons op heel veel situaties of gebeurtenissen onbewust of semi-onbewust. Met dat laatste bedoel ik dat we ons wel bewust zijn van onze respons, maar dat we diep van binnen eigenlijk een andere respons wilden geven.

Bewust sturen
Met de kennis van het stimulus-respons model kunnen we onze respons bewust sturen. We hebben dan misschien niet altijd invloed op wat er om ons heen gebeurt (binnenrennend kind, hoofd stoten tegen kastje, iemand die je laat zitten, werk dat op je bureau komt), maar we hebben 100% invloed op onze respons. Wat we nodig hebben om niet (semi-)onbewust te reageren op een stimulus is het besef dat er altijd een moment van tijd zit tussen de stimulus en onze respons. Dat kan een klein moment zijn of een groot moment, maar het moment is er. Stephen Covey noemt dit het gat tussen stimulus en respons. In dat moment beslissen we hoe we reageren. Als we ons bewust zijn van dat moment, kunnen we een bewuste keuze maken over onze respons. Je kunt bijvoorbeeld het binnenrennende kind optillen en lachend op het aanrecht zetten. Je kunt jezelf een standje geven dat je het kastdeurtje open hebt gelaten, je kunt een extra drankje bestellen en genieten van de onverwachte vrije tijd die je hebt gekregen doordat je gesprekspartner niet is komen opdagen, je kunt de extra klus weigeren of aangeven op welke termijn jij deze kunt behandelen.

Steeds vaker besef ik hoe makkelijk het is, om je respons te sturen als je je bewust bent dat jij aan het stuur staat. Zo heb ik laatst lachend door de regen gefietst, terwijl ik het echt niet leuk vond. En toen ik vorige week erg boos was op iemand omdat ik vond dat zij mij geen ruimte gaf om eigen beslissingen te nemen, kon ik die boosheid omzetten in gelatenheid. En natuurlijk lukt het mij nog heel vaak niet. Het is moeilijk om je bewust te worden van onbewust gedrag. Maar het lukt steeds vaker en steeds beter. Zolang ik maar besef dat ik zelf kan bepalen hoe ik reageer op een situatie of gebeurtenis. Wat een luxe!

Advertentie

Willen of nodig hebben?

En zo ineens voel ik het weer opkomen… het gevoel om te schrijven, te mediteren, weer aandacht aan het spirituele te geven. Een jaar lang ben ik met andere zaken bezig geweest: een nieuwe relatie, een nieuwe en tijdsintensieve opleiding, wisselend werk. Het schrijven van blogs, het geven van healings en workshops en het mediteren kwamen als vanzelf ver op de achtergrond terecht.

 

Nu de studie en het werk een zomerstop hebben, merk ik dat de ruimte die daardoor is ontstaan in mijn leven en mijn gedachten weer wordt  ingenomen door wat ik liefst wil: bezig zijn met die bijzondere kant van ons mens-zijn: het on(der)bewuste, het ondefinieerbare, het mysterieuze aspect van Zijn.

 

Het zette mij weer aan het denken over wat ik graag wil in mijn leven en waarom het toch zo vaak een andere kant op gaat. Laatst vertelde een van de deelnemers van een cursus die ik gaf enthousiast tegen mij: “alles wat ik wil, komt naar me toe.” Ze was er erg gelukkig mee. Ik benijdde haar, want dat zou ik ook willen kunnen zeggen. Maar ik krijg geregeld niet wat ik wil. Bij mij is het wel zo dat alles wat ik nodig heb om vooruit te kunnen, naar me toe komt. Hierover door mijmerend, vraag ik me af wie het het best getroffen heeft? Degene die alles krijgt waar hij naar verlangt of degene die alles krijg wat hij nodig heeft? Of zou het niet uitmaken?

 

Het was maar een paar minuten verder in het gesprek dat dezelfde cursist klaagde over het feit dat ze het zo druk had, dat ze nauwelijks meer een moment voor zich zelf had en dat dat vooral kwam omdat ze alles zo leuk vond en nergens ‘nee’ tegen kon zeggen. Blijkbaar kreeg ze toch niet alles wat ze wilde, want anders had ze wel meer vrije tijd gehad. Zou zij misschien zoveel aanbod van leuke dingen krijgen om te leren keuzes te maken en ‘nee’ te leren zeggen. Met andere woorden: zou zij net als ik krijgen wat zij nodig heeft om zich te ontwikkelen?

 

En ook ik wil misschien wel teveel en kies dan blijkbaar toch (onbewust?) voor iets anders dan het schrijven een blog of het geven van een workshop. Want ik heb natuurlijk afgelopen jaar heus wel momenten gehad waarbij ik helemaal vrij was om te kiezen wat ik zou gaan doen. En ik koos toen niet voor meditatie, workshop of blog. Hoe graag wil ik dat dan werkelijk?

 

Welk onderscheid is er te maken tussen willen en nodig hebben?

 

En zo ben ik weer bij het begin. Opeens ging het kriebelen en heb ik weer een stukje geschreven. Gewoon omdat ik het wil. Of toch omdat ik het nodig heb?

De balans tussen goed en slecht

“Hoe gaat het?”
–“Ja, goed. Lekker vakantie, mooi weer, dochter geslaagd voor haar examen, nog een meevaller van de Belastingdienst gehad. Toppie!”
“En met je broer?”
– “Niet zo best, helaas. Zijn huis is nog steeds niet verkocht en vorige week is hij na een ernstige val in het ziekenhuis terecht gekomen.”

De begrippen “goed” en “slecht” zijn voor iedereen bekend. En we kunnen meestal ook heel makkelijk aangeven wanneer het goed met ons gaat of juist slecht (of iets er tussen in). Maar is het eigenlijk wel zo simpel?

Ik moet vaak denken aan een Oosters verhaaltje hierover. Kort weergegeven gaat dat als volgt:
“Door een mislukte oogst kunnen een boer en zijn zoon nog maar nauwelijks financieel rondkomen. Wat slecht, zeiden de mensen. Toen vond de zoon een paard waarvan de eigenaar onvindbaar was. In die tijd was het bezit van een paard een rijkdom en de mensen waren blij voor hen. Wat goed, zeiden de mensen. Het werk zou nu veel sneller gaan waardoor ze meer konden verdienen. Maar niet lang daarna viel de zoon van het paard en brak zijn been. Wat slecht, zeiden de mensen. Toen brak er oorlog uit en alle weerbare mannen werden opgeroepen. De kreupele zoon werd niet opgeroepen. Wat goed, zeiden de mensen.”

Iets dat goed lijkt, kan dus slecht uitpakken en andersom. Je denkt er goed aan te doen te investeren in vastgoed, maar dan stort de vastgoedmarkt in. Je blijft tegen beter weten in die ene ochtend langer in bed liggen, mist de trein waardoor je te laat op het werk komt voor die belangrijke bespreking, maar ontmoet wachtend op het perron de vrouw van je dromen. Kun jij nu nog zeggen wat er goed was en wat slecht?

Wat misschien wel interessant is om eens bij jezelf na te gaan: van welke momenten in je leven heb jij het meest geleerd? De momenten dat alles gewoon goed ging? Of de momenten dat het je allemaal wat tegen zat en je moeite moest doen om vooruit te komen?

Eigenlijk heeft ieder moment en iedere situatie een goede en een slechte kant. Als alles in je leven op rolletjes loopt, is dat van de ene kant bekeken goed. Maar van de andere kant bekeken: je gaat achteroverleunen, wordt er lui van, hebt je geen uitdaging meer en je verliest iedere motivatie. Dat is niet zo best. En wanneer je in je leven in een diep dal raakt, voelt dat waarschijnlijk heel slecht. Maar aan de andere kant: nu leer je doorzetten, je leert omgaan met moeilijke situaties, je leert dingen vanuit andere perspectieven te zien en zeer waarschijnlijk leer je jezelf een stuk beter kennen. Je ontdekt dat je sterker bent dan je dacht en tot veel meer in staat dan je voor mogelijk hield. Dat is geweldig!

Als je op die manier naar je eigen leven kijkt, zul je zien dat de zogenaamde ‘goede’ momenten en situaties je de kans geven even stil te staan en de zogenaamde ‘slechte’ momenten en situaties je in beweging zetten en je de kans geven je te ontwikkelen. En inderdaad… sommige mensen hebben beduidend meer ‘goede’ tijden dan anderen. Zo is het leven. Maar wie is daarbij dan beter af? Degene die stil staat of degene die zich continu ontwikkelt?

O ja, en over die man aan het begin van dit stukje: plots opkomend noodweer verwoestte zijn caravan, zijn dochter bleek het examen gekocht te hebben van een Ibn Ghaldounleerling en de meevaller van de Belastingdienst bleek voor zijn broer te zijn die daardoor toch in zijn huis kon blijven wonen, samen met zijn grote nieuwe liefde, te weten de verpleegster die hem in het ziekenhuis verzorgde. Het kan verkeren.

Je slimme lichaam

Eigenlijk weten we het allemaal wel: ons lichaam geeft geregeld signalen over ons welbevinden: moeheid, hoofdpijn, vastzittende nek/schouders, pijnlijke knie. Het zijn voorbeelden die we allemaal wel herkennen. Zo vertelt ons lichaam ons bijvoorbeeld dat we rustiger aan moeten doen, dingen moeten loslaten of –bij sommigen- dat het gaat regenen ;-). Toch negeren we vaak deze signalen onder het mom van “is toch allemaal bijgeloof/verzinsel.”

De University van Iowa heeft echter inmiddels het wetenschappelijke bewijs dat ons lichaam meer weet dan we denken én dat het soms bepaalde zaken zelfs eerder weet dan ons verstand. Het bevestigt in ieder geval de theorie van de vier vormen van weten (fysiek, mentaal, emotioneel en spiritueel).

Bij dit onderzoek in Iowa moesten de proefpersonen steeds opnieuw kiezen tussen een rode of een blauwe kaart waarmee ze een bepaald geldbedrag konden winnen of verliezen. Hun opdracht was zoveel mogelijk geld te winnen. Wat ze echter niet wisten, was dat de rode kaarten extreem risicovol waren en dat je alleen kunt winnen met de blauwe kaarten. De meeste proefpersonen begonnen dit toch rond de 50e kaart te ontdekken en bij de 80e kaart wisten alle deelnemers het vrijwel zeker. Bijzonder is dat bij bijna alle proefpersonen het lichaam al na gemiddeld 10 kaarten stressreacties vertoonde bij de beweging richting de rode kaarten, dus vóórdat de kaart getrokken was. Deze stressreactie kwam niet voor wanneer men van plan was een blauwe kaart te kiezen. Met andere woorden: daar waar het verstand, ons mentale weten, bij kaart 50 rood gevaarlijk begon te vinden, deed ons lichaam, ons fysieke weten, dat al bij kaart 10.

Al vaker heb ik gesproken over de vier vormen van weten bij de mens: fysiek, mentaal, emotioneel en spiritueel, oftewel lichaam, geest, hart en ziel. Daar waar mensen over het spirituele weten, onze ziel, vaak lacherig doen omdat ze het niet begrijpen, doen mensen over het fysieke weten, ons lichaam, vaak lacherig omdat ze het niet geloven. Gelukkig komt er op dit gebied steeds meer onderzoek, vooral binnen de neurowetenschap. Onderzoeken die wetenschappelijk aantonen dat ons lichaam soms over meer kennis beschikt dan ons verstand. Als we ons verstand hiervan kunnen overtuigen, zouden we dan het advies “luister naar je lichaam” vaker opvolgen?

Gezocht: werk dat bij jou past.

Confucius zei het al: “wie een leuke baan heeft, hoeft nooit meer te werken.”

De laatste tijd kom ik steeds vaker mensen tegen die zich afvragen welk werk bij hun past. Met het grote aantal werklozen op dit moment is dat ook niet verwonderlijk. Sommigen pakken alles aan om weer aan het werk te kunnen, anderen grijpen de gelegenheid aan om nu eens er achter te komen wat écht bij hun past. En ook mensen die nog werk hebben, worden door wat er om hen heen gebeurt geprikkeld om over hun werk na te denken.

De vier elementen van de ideale baan
Op zoek naar ‘de ideale baan’ adviseer ik altijd om naar vier elementen te kijken:
* Passie
* Talent
* Kennis
* Kunde
De juiste mix van deze vier zal tot het juiste werk leiden.

Passie en talent zijn zogeheten interne factoren. Je hebt ze al. Misschien is je nog niet helemaal duidelijk welke talenten en passies  je allemaal hebt, maar dat je ze hebt, is 100% zeker. Dit geldt voor iedereen: iedereen heeft talenten en passies.

Kennis en kunde (of vaardigheid) zijn externe factoren. Je hebt ze in begin niet of nauwelijks. Je zult ze moeten ontwikkelen. Dat betekent dus veel leren en veel doen.

Je kunt kennis en kunde op allerlei gebieden ontwikkelen, maar het is het meest zinvol, meest logisch, meest waarderend en meest effectief wanneer je kennis en kunde ontwikkelt in het verlengde van je passie en/of talent. Een talentvolle pianospeler met een passie voor klassieke muziek kan veel beter muzieknoten leren en oefenen met pianospelen, dan elektrotechniek leren en oefenen in bedrading aanleggen.

Voor de ideale baan is het dus als eerste belangrijk om je passies en talenten duidelijk zichtbaar te hebben.

Passie
Wat vind je écht ontzettend leuk om te doen? Zo leuk, dat je het altijd wel wilt doen. Zo leuk, dat je (bijna) niets liever wilt dan dat. Zo leuk, dat je er (bijna) alles voor over hebt. Zo leuk, dat je de tijd vergeet wanneer je er mee bezig bent. Iets dat dus duidelijk meer dan ‘gewoon leuk’ is. Je vind het geweldig! Alleen al bij de gedachte er aan gaan je ogen stralen, je hart sneller kloppen en verschijnt er een grote glimlach op je gezicht. Dát is een passie. En dat kan van alles zijn: paardrijden, films maken, huis inrichten, zwemmen, hardlopen, lego bouwen, lezen, auto rijden, verkopen, handel drijven, met dieren omgaan, etc. Voor mij is dat onder andere schrijven, trainen/doceren en coachen. Dat durf ik oprecht mijn passies noemen.

Talent
Iedereen heeft bij de geboorte talenten meegekregen. Maar de leeftijd waarop deze tot uiting komen kan variëren. Het zijn de dingen die bij jou wel als vanzelf lijken te gaan, waarbij je zonder moeite tot een bovengemiddeld resultaat komt. Dat kan het bespelen van een muziekinstrument zijn (sommigen spelen de mooiste melodieën zonder een noot te kunnen lezen) of de boekhouding (altijd in no-time precies de juiste getallen op de juiste plaats) of koken (aanvoelen in welke verhouding de ingrediënten moeten worden samengesteld) of schaatsen (direct vertrouwd op het ijs en praktisch zonder oefenen een pro lijken) of iedere andere denkbare en ondenkbare activiteit. Dat hoeft helemaal niet ingewikkeld of hoogdravend te zijn. Mijn grootste talent is fantaseren. Het hoeft dus ook niet praktisch te zijn. Het is gewoon het antwoord op de vraag: wat kun je enorm goed zonder dat je er moeite voor hoeft te doen waar anderen juist wel moeite voor moeten doen? Een ander talent van mij is om op meerdere manieren iets te kunnen verwoorden, zowel van mezelf als van anderen. Zo was ik op de basisschool al woordvoerder bij een leerlingenprotest.

Als je zelf niet weet wat je talenten zijn, vraag het dan mensen in jouw directe omgeving die jou al enige tijd kennen. Je ouders, broers/zussen, goede vrienden of jarenlange collega’s. Zij weten het vast.

Kennis
Er zijn mensen die kunnen prachtig muziek spelen zonder een noot te kunnen lezen. En ze doen niets liever dan op de saxofoon, de piano of de gitaar te spelen. Ze hebben er talent en passie voor. Maar zonder de kennis van muziekschrift zullen ze nooit van bladmuziek af kunnen spelen. Daarmee beperken ze zich beroepsmatig enorm, omdat daar veel met bladmuziek wordt gewerkt. Dus is het nodig die kennis te vergaren. Hetzelfde geldt voor elk ander talent. Door kennis te vergaren kun je het verder ontwikkelen. Daarom ben ik communicatie gaan studeren en heb een beroepsopleiding voor healer gevolgd.

Kunde/vaardigheid
“Oefening baart kunst.” Meer hoef ik er eigenlijk niet over te zeggen. Door iets vaker te doen, wordt je er handiger (vaardiger) in. En dat geeft meerwaarde voor jezelf en alle betrokkenen. Door wie laat jij je liever opereren: de chirurg die het 1x eerder heeft gedaan of de chirurg die het in de afgelopen 10 jaar al 30x per jaar heeft gedaan? In het blad Intermediair sprak men over de 10.000-uren grens. Bij 10.000 uren ben je volgens hen pas écht vaardig.

Kortsluiting
De ideale baan is dus de juiste mix van deze vier elementen, waarbij kennis en kunde is ontwikkeld binnen het gebied van passie en talent.

Sluiten jouw kennis en kunde niet aan op je passie en talent? Je bent niet de enige. Veel mensen kozen bij de opleidings- of beroepskeuze voor een opleiding/beroep dat:
*          veel geld verdiende,
*          hoge baangarantie had,
*          makkelijk te volbrengen was óf
*          aan de wens van de ouders voldeed

Balans creëren
Wil je toch balans tussen deze vier dan is de beste oplossing om je passie en talent te definiëren en vervolgens daarin alsnog kennis en kunde te ontwikkelen. Dat kan gelukkig tegenwoordig steeds makkelijker. E-learning en simulatieprogramma’s stellen mensen in staat om gewoon thuis op hun eigen tijdstip en tempo kennis en kunde tot zich te nemen. En ook ontstaan er meer cursussen, masterclasses, workshops en clinics. Je moet er dus wel wat voor doen, maar omdat we hier over je passie/talent spreken zal de motivatie zeer waarschijnlijk hoog genoeg zijn.

De vier dimensies van de mens
Deze vier elementen sluiten overigens ook weer prima aan op de vier dimensies van de mens waar ik eerder over schreef.
Passie = emotie = emotionele dimensie
Talent = gave = ziel = spirituele dimensie
Kennis = verstand = mentale dimensie
Kunde = vaardigheid = lichamelijke dimensie

En zo is de cirkel rond.

Dus:
Stap 1: definieer je passie en je talent (daar kan ik je eventueel bij helpen)
Stap 2: vergroot je kennis en kunde op dit gebied
Stap 3: vind het werk waarin je alle vier elementen kwijt kunt

Practice what you preach
Ook ik ga weer de schoolbanken in. Ik wil meer kennis en kunde op het gebied van onderwijsinnovatie (trainen/doceren) en de rol van een coach daarbij. Zo hoop ik mijn werk nóg leuker te maken of eventueel leuker werk te vinden.

Succes met het vinden van de juiste baan waardoor je nooit meer hoeft te werken. 🙂

Zomertijd IJstijd

Ben jij er ook zo één? Zo iemand die graag vertelt hoe genoeg je hebt van de winter, dat het ondertussen toch wel lente mag worden, dat het notabene op de eerste meteorologische lentedag (20 maart) gewoon sneeuwde, dat de tuinstoelen nog nooit zo laat buiten stonden en dat je de winterjas nog nooit zo lang aan hebt gehad? Ik zal je eerlijk zeggen: inmiddels ben ik wel zo iemand. Het heeft even geduurd, maar inmiddels ben ik zo’n klager. In alle berekeningen is het lente en komend weekend gaat zelfs de ZOMERTIJD al in. En dan staan wij misschien nog steeds de voorruit van onze auto te krabben. Dus ik roep heel hard ach en wee met de meute mee.

Mindfulness
Is dat leven in het Nu? Nee. Is dat mindfulness? Nee. Is dat positief gedacht? Nee. Ga ik daarmee dan niet in tegen alles wat ik altijd zeg en schrijf? Ehhh… ja. En daarom, juist daarom, schrijf ik toch maar weer een positief bericht over leven in het Nu en accepteren wat is in plaats van verlangen naar wat niet is.

Want was mis ik deze dagen met mijn huidige (negatieve) attitude?
* Ik mis de kans om te genieten van de heerlijke vrieskou. Het tintelen van het puntje van mijn neus, waar ik altijd zo om moet glimlachen.
* Ik mis het genot van in die dikke, warme jas kruipen en denken “het maakt niet uit  dat ik zo lijk op een Michelinmannetje, ik heb het tenminste warm.”
* Ik mis de verwondering die me altijd beneemt wanneer ik sneeuwvlokken zie vallen.
* Ik mis het respect voor de natuur die nog kaal en stil is (afgezien van de diverse bloesems aan takken en opkomende krokussen en andere bloemen).

En… meest belangrijk van allemaal: ik mis positieve energie. Want hoe hard ik ook verlang naar de lente, het is gewoon nog winter. En hoe meer ik mopper over dat vaststaande feit, hoe zuurder ik wordt. Waarom doe ik mezelf dit aan? Waarom maak ik mezelf zuur?

Veertigdagentijd een tijd van bezinning
Waarom doet überhaupt iemand zich zoiets aan? Zo sterk verlangen naar iets dat er niet is dat hij/zij niet meer ziet hoe mooi datgene is dat er wél is?Ik ga die vraag niet voor u beantwoorden. We zitten op dit moment in het staartje van de Veertigdagentijd. De Veertigdagentijd is de aanloopperiode naar Pasen en van oudsher een tijd voor bezinning. Dus u mag zelf aan de slag met deze vraag. Als u ook, net als ik, zo zit te verlangen naar ander weer en daardoor de schoonheid van het huidige weer mist, vraag u zelf dan af waarom dat zo is. U -en ik- mist zoveel moois. Genieten van de lente kan altijd nog. Het is nu tijd om te genieten van de winter.

En over een paar dagen is het Pasen. Hét symbolische moment voor Nieuw Leven (Jezus is uit de dood opgestaan) en een nieuw begin. Misschien dat dan ook de lente… (hé, een beetje verlangen mag, zolang je maar aanwezig bent in het Nu). Have a happy winter.

Wat je aandacht geeft, groeit.

Griep
Ik word wakker met hoofdpijn en nekpijn, terwijl ik fit en monter ging slapen. “Pas maar op, straks krijg je nog griep”, zegt een vriend tegen me. Een standaardreactie waarschijnlijk voor velen, want de griep heerst en hoofdpijn en nekpijn zijn symptomen ervan. Mijn eerste gedachte op die opmerking was “wat je aandacht geeft,  groeit.” Beeld je vooral in dat je wellicht griep zult krijgen en de kans is groot dat het zal gebeuren. En de gedachte “Oh, als ik maar géén griep krijg” is natuurlijk van dezelfde strekking.

Dit soort opmerkingen hoor ik dagelijks en jij waarschijnlijk ook. “Als het maar niet gaat regenen, wanneer ik op de fiets zit”, “Ik voel me helemaal niet lekker, ik word vast ziek”, “Zul je zien dat juist wanneer ik aan de beurt ben alles uitverkocht is”.

Negatief is de basis
Het zit blijkbaar in ons systeem om te focussen op onze angst, op wat we niet willen in plaats van wat we wél willen. Hoe moeilijk dat te veranderen is, blijkt wanneer ik mensen aanraad te focussen op het positieve. Wanneer ik zeg “ik voel me nu niet lekker, maar dat is zo over en vandaag wordt een geweldige dag” kijken mensen me aan of ik van de planeet Mars kom. En ook een leuke: “zolang ik buiten fiets, blijft het droog”. Dat hoor je weinig mensen zeggen.

Positief is zoveel prettiger
Het opvallendst is echter dat het wel werkt. Ik heb nog nooit in de regen gefietst op de dagen dat ik mijn aandacht richtte op droog over komen. Sterker nog: ik kan me nog de keer herinneren dat het begon te miezeren en ik in mijn hoofd constant als mantra verkondigde dat ik droog thuis zou komen. Het gemiezer stopte en ik ben droog thuis gekomen. Ik kan zo tientallen voorbeelden geven waarbij gebeurde waar ik mijn aandacht op richtte.

Kies je trefwoord
En zo gebeurt ook bij jou waar jij je aandacht op richt. Is ‘ziek’ het trefwoord? Ziek zul je worden. Is ‘regen’ het trefwoord? Regenen zal het. Is ‘ellende’ het trefwoord? Ellende zal het zijn. En let goed op dat een ontkenning bij aandacht niet werkt; in de zin “de pijn in mijn knie gaat over” is het trefwoord ‘pijn’ en dus zal de pijn blijven. Zeg dan liever “mijn knie voelt goed” of eventueel “mijn knie voelt z.s.m. weer goed”. Het trefwoord is ‘goed’.

Het werkt!
Wat je aandacht geeft, groeit. Of anders gezegd: zal zich ontwikkelen. En negatieve aandacht is ook aandacht. Het is meerdere malen bewezen en velen hebben het zelf ervaren dat wanneer je focust op te verwachten pijn, bijvoorbeeld een injectie of incisie, de daadwerkelijk ervaren pijn vele malen groter is wanneer je met al je aandacht bij die pijn bent dan wanneer je op het ‘moment suprême’ even bent afgeleid en je aandacht op iets anders richt. Dus iedereen weet dat het werkt! Maak er dan ook gebruik van in het dagelijks leven.

Zoek alternatieven
Ik zal nooit vergeten dat ik op 12-jarige leeftijd in het ziekenhuis lag en een spuit voor verdoving in mijn been moest hebben. Ik was er bang voor en liet de arts, maar vooral de spuit, geen microseconde uit het oog. Het was vroeg in de ochtend en de assisterende verpleegster trekt de gordijnen open waarop ze enthousiast roept “Hé kijk, het heeft gesneeuwd!” Vanuit een reflex keek ik hel even haar kant op. De arts greep zijn kans en ik heb niets gevoeld van de spuit. Nou ja…, niets van de prik in ieder geval en veel minder van de rest van de injectie dan wanneer ik was blijven focussen op de spuit.

Doe het zelf
Test het maar uit voor jezelf: begin maar eens met te ontdekken wat de trefwoorden zijn in al de uitingen die jij doet over wat je wel of juist niet wilt dat er gebeurt. En bouw het daarna om tot wat je wel wil dat gebeurt, máár… met de juiste trefwoorden. “Ik wil dat de jeuk over is” werkt dus niet, want het trefwoord is ‘jeuk’. Kies voor bijvoorbeeld “mijn huid is rustig en gezond”.  Het is soms een echte uitdaging om de juiste woorden te vinden, maar zelfs dat kan al het juiste effect hebben.

Een prima dag
Mijn hoofdpijn en nekpijn waren eind van de ochtend over, ik voelde me kiplekker de rest van de dag. Ik heb een paar boeiende gesprekken gevoerd, onder andere met een wervings- en selectiebureau, heb een uurtje gewinkeld in Zwolle en lekker eten gekookt. Het was een prima dag.