Tagarchief: gevoel

Kerstblog: “U zult uw Redder vinden in een oude stal, liggend in een voerbak voor de dieren.”

“Uw Redder is gearriveerd. U treft hem in een stal, liggend in een voerbak voor de dieren.”

Wie? Wat? Waarheen?
Kerst 2012. Een wereld in beroering en dat is nog zachtjes uitgedrukt. Steeds meer mensen, organisaties en zelfs landen raken in de verdrukking. We kijken met z’n allen onzeker om ons heen. Wat gebeurt er in hemelsnaam? Wat moet ik doen? Waar moet ik heen? Wat is er aan de hand in de wereld, in mijn organisatie, in mijn leven? Waar is iemand om op te leunen? Iemand die mij zegt welke richting ik op moet? Of op z’n minst iemand die op kalme toon zegt dat het wel weer goed komt?

Redding is nabij
Tweeduizendentwaalf jaar geleden was het niet anders. Grote ontreddering, crises, onzekere tijden, mensen zochten naar houvast, naar richting. Ogen waren gericht op het hof, maar ook keizers, faraos en hun wijze mannen hadden niet de gewenste antwoorden. Uiteindelijk kwam de redding voor velen uit een totaal onverwachte hoek: in een uithoek van een derderangs dorp werd in een verlaten stal een kind geboren. Bij gebrek aan beter werd de voerbak van de dieren gebruikt als wieg. Dit kind, Jezus, werd uiteindelijk door velen gezien als Redder, Richtinggever, Leider.

Op zoek naar…
Moeten we nu met z’n allen weer op zoek gaan naar ‘een nieuwe Jezus’? Nee, volgens mij niet. Maar wat dit verhaal ons wél vertellen kan, is dat we voor verlichting en verlossing misschien eens op andere plekken moeten zoeken, onbekende terreinen moeten betreden en niet-voor-de-hand-liggende ideeën een kans moeten geven.

Koers bepalen vanuit je eigen Essentie
Steeds meer mensen en organisaties ontdekken dat de manier waarop wij gewend zijn te doen, niet meer datgene oplevert wat we er van verwachten op basis van onze kennis en ervaring. Als de manier waarop jij gewend bent te doen opeens niet meer werkt en je op zoek moet naar iets anders, dan ben je een moment stuurloos, richtingloos. Om een nieuwe richting te bepalen, is het wel van essentieel belang om te weten wat de essentie van je bestaan is en het doel dat je uiteindelijk wilt bereiken. Laat door alle weelde en uitspattingen van de afgelopen jaren dat nu net dé twee zaken zijn die mensen en organisaties niet meer (her)kennen. En als je niet weet wat je eigen essentie is, de spil van je eigen Ik, en ook niet weet waarvoor je op deze aarde bent, welk doel je uiteindelijk wenst te bereiken… tja, dan is het logisch dat angst en onzekerheid toeslaat.

Doe het eens anders
Stop nu eens met het gebruiken van je verstand om uit de draaikolk te komen die je stuurloos, richtingloos en weerloos maakt. Heb je nog niet in de gaten dat dat niet (meer) werkt? Onder andere wijlen Steven Covey wist te vertellen dat een mens eigenlijk vier vormen van intelligentie bezit: fysiek (lichamelijke reacties), mentaal (verstand), emotioneel (gevoelens) en spiritueel (intuïtie). We proberen vooral met onze mentale intelligentie (héél veel nadenken) en onze fysieke intelligentie (héél hard werken) weer op koers te komen. Helaas zonder veel succes.

Wat wél werkt
Hoe lang zal het nog duren voor we de andere twee ontdekken en gaan gebruiken? Wanneer gaan we de paleizen van het verstand verlaten om in de onooglijke en verlaten buitengebieden van onze persoonlijkheid het gevoel en de intuïtie te ontdekken? En ja, áls we het dan eindelijk ontdekken, zal het een baby zijn, net als 2012 jaar geleden. Nog niet in staat tot veel, maar kirrend van vreugde dat het ontdekt is. Dus moeten we het voeden, aandacht geven, er mee spelen en het serieus nemen. Als we dat doen met ons gevoel en onze intuïtie, als mens en/of organisatie, dan zal het ons snel helpen om richting te geven en houvast te bieden.

En als je goed luistert naar je eigen innerlijk, zul je een stemmetje op kalme toon horen zeggen dat het allemaal wel weer goed komt. En zo is het.

Ik wens je gezegende kerstdagen en een koersvast nieuw jaar.

Advertentie

Durf te lijden

In het kader van #durftelijden, een initiatief van Kees Klomp (@karmakees), mijn bijdrage over dit thema.

Iedere voorkant heeft vanzelfsprekend een achterkant. Dat kan eenvoudigweg niet anders. Anders gezegd: alles heeft zijn eigen tegenstelling en kan alleen daardoor bestaan. Hoe weet je wat warm is, als je geen koud kent? Hoe herken je licht als je niet weet wat duister is?

De ontkenning van de achterkant
Het lot van de achterkant is dat het vaak ontkend wordt. Meestal simpelweg omdat het letterlijk niet gezien wordt. Maar soms ook omdat we het niet wíllen zien. Dat laatste geldt bijvoorbeeld wanneer het ons gevoel betreft.

Ook ons gevoelsleven kent namelijk zulke tegenstellingen. Immers: ALLES heeft een voor- en achterkant. Bij ons gevoel gaat het dan bijvoorbeeld over vreugde&verdriet, euforie&woede, manisch&depressief, liefde&haat.

Wij willen maar al te graag onze gevoelens van verdriet, woede, depressie en haat ontkennen, omdat het ons lijden brengt. Ze doen pijn. En: pijn is niet fijn. Maar door deze gevoelens te ontkennen, ontkennen we het bestaan van de achterkant en daarmee brengen we de voorkant uit zijn evenwicht.

Oneindige spiraal
Met andere woorden: ontkenning van lijden brengt ons als geheel uit balans. Dat op zichzelf brengt weer meer lijden met zich mee en zo zitten we in een oneindige spiraal. De enige manier om als mens in balans te komen, is door het lijden op dezelfde manier te accepteren – ja, zelfs te omarmen- als we doen met vreugde, blijdschap, geluk en liefde.

Hoe meer we het lijden ontkennen, des te meer we zullen lijden. Misschien niet nu, maar dan later. Ook hiervoor geldt een simpel principe: als het niet weg is, is het er nog. Ontkenning van het lijden laat het niet verdwijnen. Net zomin als de ogen sluiten ook de wereld niet laat verdwijnen. Je ziet het alleen even niet.

Achterkant wordt voorkant
Als je de pijn die je voelt doorleeft, écht doorleeft, dan zul je een bijzondere ervaring meemaken: het lijden wordt de voorkant. Niets is op dat moment zichtbaarder, voelbaarder, tastbaarder dan het lijden. Alsof de B-kant van een singletje opeens de A-kant wordt. Het mooie van zo’n ervaring is dat deze voorkant ook een achterkant heeft. Vreugde, liefde, geluk zal de tegenhanger zijn van jouw lijden. Zoals een beangstigende achterkant angstig maakt, zo maakt een vreugdevolle achterkant blij. Dat loutert enbmaakt het lijden draagbaar.

Lijden heelt
Nooit zal ik de uitspraak van een docent vergeten als ik bij readings angstaanjagende beelden tegen kwam. Ze zei altijd: “Rob, draai het om. Kijk naar de achterkant.” En wanneer ik dat deed, kwam altijd een liefdevol beeld te voorschijn. En hoe vreselijker, huiveringwekkender het beeld was, des te liefdevoller, mooier, gelukzaliger de achterkant. Met die wetenschap durfde én durf ik alle angstwekkende beelden aan.

Kortom: durf te lijden, het heelt je.

Puzzelstukjes

Het begin is makkelijk

Als kind was ik gek op legpuzzels. Mijn grootste legpuzzel had zo’n 3000 stukjes en ik heb er weken over gedaan om die helemaal af te krijgen. En dat was met het voorbeeld erbij! In het begin ging alles heel vlot. Hoekjes zijn snel gevonden en op de juiste plaats gelegd. De randen van de puzzel zijn ook makkelijk herkenbaar en zo is het kader al snel zichtbaar gevormd. Iets moeilijker, maar nog steeds werkbaar, werd de voorgrond van de puzzel. En toen kwam de achtergrond… 100 stukjes die allemaal gras zijn, 300 stukje heldere blauwe lucht. Hoe weet ik nu wat waar hoort? De afbeelding op alle stukjes zijn identiek. Het enige verschil is de vorm van het puzzelstukje.

 

Forceren, bijknippen en bijschaven

Organisaties/bedrijven zijn eigenlijk net legpuzzels. Het is een groot geheel gevormd door talloze losse stukjes die aan elkaar passen. Alhoewel: aan elkaar passen? Bij veel organisaties heb ik het idee dat er niet naar dat ene juiste (puzzel)stukje is gezocht. Er is meer gedacht van ‘ach, dit past wel enigszins’. In de puzzelmetafoor: met geweld een stukje op een plek drukken die er niet hoort of een stukje beetje bijschaven of bijknippen zodat het wel past. Ieder van ons weet uit eigen ervaring dat dit bij puzzels niet werkt. Waarom zou het bij organisaties dan wel werken? Veel organisaties zijn uit balans omdat er teveel geforceerd, geknipt en geschaafd is. En dat is echt niet nodig. Maar voor langer doorzoeken naar wél het juiste stukje nemen we eenvoudigweg de tijd niet.

 

Organisatie in balans

Een organisatie in balans krijgen, is echt net als het leggen van een puzzel. De vier hoeken zijn het simpelst. Het zijn de belangrijkste pijlers van jouw organisatie, bijvoorbeeld de core-business, kernwaarden, klantgroepen, concurrenten. Daarna volgen de randen. Bij organisaties kun je dan denken aan missie & visie, ambities, cultuur, regels, procedures. Vrij herkenbaar en goed te plaatsen. Het kader waarbinnen de organisatie verder wordt vormgegeven, ligt nu (letterlijk) vast. Het binnenwerk van de organisatie is voor het eerste deel nog redelijk goed in te vullen. Een aantal functies zijn makkelijk te vertalen naar bepaalde mensen en uit procedures vanuit het kader volgen als vanzelf bepaalde taken/werkzaamheden. Maar dan… iedere organisatie heeft ook z’n eigen 100 stukjes gras en 300 stukjes heldere blauwe lucht. Hoe ga je daar mee om?

 

Elk stukje op de juiste plek

Net als bij de legpuzzel, komt het al snel neer op zelf uitzoeken wat het beste past. En hoe deed je dat bij de gewone legpuzzel? Waarschijnlijk net als ik en vele anderen: alle stukjes liggen afzonderlijk van elkaar verspreid over de hele tafel en je dwaalt er met je aandacht (je ogen en vingers) langs. Bij sommige stukjes krijg je het idee dat die wel eens zouden kunnen passen en die probeer je dan als eerste. Vaak blijkt zo’n ingeving te kloppen en zo vult de puzzel zich langzaam. Meer stukjes vinden hun juiste plek, minder stukje blijven in de periferie hangen en uiteindelijk zijn er nog zo weinig over dat de rest invullen weer een makkie is.

 

Voorbij het moeilijke deel

Ook bij organisaties werkt het zo: leg alle elementen van de organisatie bloot, laat niets achterwege. Loop vervolgens alle elementen langs met je aandacht en bij sommige zul je een idee hebben hoe die zijn in te passen in de organisatie. Soms is een tweede of derde poging nodig, maar als je goed naar je gevoel luistert zal het snel raak zijn. Uiteindelijk blijven er zo weinig elementen over dat het laatste deel weer makkelijk in te vullen is. En dan… is daar het moment van het laatste stukje. Met veel trots en voldoening (en soms een zucht van verlichting) leg je het op z’n plaats en maakt daarmee de puzzel af. Het is klaar! Alle losse delen samen vormen een harmonieus groter geheel.

 

Waar organisaties vast blijven zitten

Helaas zie ik bij organisaties dit laatste deel nooit gebeuren. Op een of andere manier komen we niet voorbij dat moeilijke stuk waar alles op elkaar lijkt. We moeten ons verstand even op de tweede plek zetten en ons gevoel/intuïtie aan het werk laten. Wat voelt goed? Wat klinkt goed? Hoe/waar/wanneer merk ik iets van ‘flow’? Waar bespeur ik passie en bevlogenheid? Hoe wakker ik die aan?

 

Organisatie in balans

Als we voor dit deel van ‘de organisatiepuzzel’ ons verstand durven los te laten en op onze intuïtie durven te vertrouwen, dan weet ik zeker dat een (jouw?) organisatie snel het punt bereikt waarop het verstand het voor het laatste deel weer kan overnemen. Je merkt aan alles in zo’n organisatie dat het goed loopt, dat er ‘flow’ is. Alle 3.000 stukjes hebben hun plek gevonden en wat je ziet zijn niet 3.000 losse stukjes, maar een groot geheel, harmonieus van aard en waarbij het heel duidelijk is wat het voorstelt. Balans in je organisatie, de puzzel af. Wie wilt dat nou niet?